1 Samuel 17:11

SVToen Saul en het ganse Israel deze woorden van den Filistijn hoorden, zo ontzetten zij zich, en vreesden zeer.
WLCוַיִּשְׁמַ֤ע שָׁאוּל֙ וְכָל־יִשְׂרָאֵ֔ל אֶת־דִּבְרֵ֥י הַפְּלִשְׁתִּ֖י הָאֵ֑לֶּה וַיֵּחַ֥תּוּ וַיִּֽרְא֖וּ מְאֹֽד׃ פ
Trans.wayyišəma‘ šā’ûl wəḵāl-yiśərā’ēl ’eṯ-diḇərê hapəlišətî hā’ēlleh wayyēḥatû wayyirə’û mə’ōḏ:

Algemeen

Zie ook: Eerbied, Ontzag, Vreze, Filistijnen, Saul (koning)

Aantekeningen

Toen Saul en het ganse Israël deze woorden van den Filistijn hoorden, zo ontzetten zij zich, en vreesden zeer.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יִּשְׁמַ֤ע

hoorden

שָׁאוּל֙

Toen Saul

וְ

-

כָל־

en het ganse

יִשְׂרָאֵ֔ל

Israël

אֶת־

-

דִּבְרֵ֥י

woorden

הַ

-

פְּלִשְׁתִּ֖י

van den Filistijn

הָ

-

אֵ֑לֶּה

deze

וַ

-

יֵּחַ֥תּוּ

zo ontzetten zij zich

וַ

-

יִּֽרְא֖וּ

en vreesden

מְאֹֽד

zeer


Toen Saul en het ganse Israel deze woorden van den Filistijn hoorden, zo ontzetten zij zich, en vreesden zeer.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!